Hendrik Martens (19 september 1897 – 16 februari 1968) is een van de drie hoofdpersonages in de ‘Reis door de Sahara’. In dit boek wordt slechts gefragmenteerd en summier iets weergegeven over zijn achtergrond. Je komt te weten dat hij getrouwd is en in Amsterdam op de Frans van Mierisstraat (44-I) woont. Verder staat erin dat hij mijn vader kent uit Oekraïne, waar Martens hem een baan aanbiedt als tabakshandelaar in Nikolajev. Ook wordt duidelijk dat Martens financieel krap zit waarbij de indruk wordt gewekt dat dit komt door zijn oorlogsactiviteiten.
Maar er valt nog veel meer over hem te vertellen. Martens werkte in de hout- en auto-industrie in Canada en de Verenigde Staten. Rond 1930 keert hij terug naar Nederland, wellicht vanwege de economische crisis die aan de overkant van de oceaan in volle hevigheid losbarst. In Nederland start hij samen met ene Müller een autospuiterij en in 1936 neemt hij een besluit met verstrekkende gevolgen: hij treedt toe tot de NSB. Hij blijft tot het bittere eind in 1945 lid van de partij. Over zijn motieven zegt hij zelf: hij was ervan overtuigd dat de NSB veel kon doen in het landsbelang (van Nederland), en hij voegt daaraan toe dat hij tegen de praktijken van de NSB gedurende de oorlog gekant was.
Wat Martens klaarblijkelijk uit zijn ‘NSB CV’ probeert te houden en in ieder geval bagatelliseert, is zijn betrokkenheid bij de tabakshandel in Oekraïne. Maar uit het NSB-archief blijkt dan toch zijn actieve betrokkenheid. Zo worden ‘gediplomeerde tuinders’ en ‘tabakkers’ gezocht voor Rusland en hun sollicitaties kunnen ze richten aan H. Martens te Amsterdam. Een van die ‘tabakkers’ is mijn vader, die overigens deze vacature nooit heeft gezien, maar door toeval tegen Martens aanliep (hoe kan het ook anders)…
Na zijn arrestatie in april 1945 wordt Martens geïnterneerd in Harderwijk. Zijn bezittingen zijn dan al in beslag genomen en hij waant zich een berooid man. Op 1 mei luidt de uitspraak van het Bijzonder Gerechtshof: voorwaardelijke buitenvervolging en betaling van een boete van 400,- gulden. Daarnaast staat hij onder toezicht van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten.
Met deze Stichting krijgt Martens te maken als hij aanstalten maakt om voor het eerst door de Sahara te reizen. Tijdens zijn reis, die hem via Marokko door de Sahara voert, komt hij terecht in Brits-Nigeria. Daar ontpopt hij zich als een vertegenwoordiger in autobussen en weet hij – naar eigen zeggen – diverse grote orders binnen te slepen. Hij wil dan zo snel mogelijk naar Nederland maar hij heeft geen geld om de passage te betalen. Om toch te kunnen vertrekken benodigd hij een verklaring van goed gedrag van de Nederlandse consul in Lagos. En die weigert de verklaring af te geven. Martens moet wachten tot er reisgeld uit Nederland is overgeboekt. Als het geld aankomt, is het schip allang vertrokken en zijn de orders door de vertraging inmiddels geannuleerd. Eenmaal terug in Nederland besluit de Stichting voor Martens te bemiddelen zodat hij bij zijn tweede Afrikareis wel alle medewerking van diplomaten krijgt. Dit was in maart 1949. Een klein jaar later vertrekt Martens dan tezamen met mijn vader en ene Sven richting Afrika en zo begint het boek ‘Reis door de Sahara’. Of deze reis voor Martens wel succesvol verloopt is te lezen in het boek 😉
Deze blog is overigens deel 2 van de annotaties bij de RddS. Zie hier voor deel 1.