Oei! Europeanen in Afrika en dan komt blijkbaar de politieke incorrectheid heel snel om de hoek kijken, immers: gij zult geen jachtluipaarden doden. En toch deden we het. Mijn vader heeft dit prachtige dier inderdaad geschoten. Helaas was het beest zo snel gaan rotten dat het niet meer op juiste wijze kon worden geprepareerd tot de gebruikelijke trofee. Zo’n trofee mocht niet ontbreken in de koloniale woonkamer. Je hoorde een op de vloer uitgespreide vacht te bezitten, liefst zelf geschoten, met een opgezette kop eraan (met bakelieten tong en tanden en glazen ogen). Het hoofd (dat klinkt wat meer eerbiedig) van het roofdier kon in dit geval niet worden gered. Zie op de zwart-wit foto de typische koloniale woonkamer in Afrika (in koloniaal Azië was het allemaal veel chiquer). Het strookt niet echt met de gangbare opvatting van het riante koloniale leven. Mijn moeder schreef naar de familie in Europa: ‘We leven hier tussen de sinaasappelkistjes.’
Ook het eerste huis waar mijn ouders in Rhodesië woonden vertoonde weinig van de veronderstelde koloniale grandeur. Maar het was een schattig stulpje dat goed paste bij de ‘eeuwige vrijgezel’ die mijn vader een tijd lang personifieerde. Zie hieronder een filmpje dat in 1962 werd opgenomen bij dat ‘vrijgezellenhuisje’ waar overigens mijn ouders al twee jaar samenwoonden. Het is er opvallend groen dus het is blijkbaar regentijd, want de rest van het jaar zag het er overwegend dor uit.
In datzelfde jaar verhuisden mijn ouders naar een groter huis (zie afbeelding hiernaast) en de ‘sinasappelkistje’s’ verhuisden mee (zie afbeelding hiernaast)…
In latere jaren heeft mijn vader zijn spijt geuit over het afschieten van mooie beesten. Hij werd zelfs een ‘milieufanaat’ want op zijn tachtigste wond hij zich als een van de weinige van zijn leeftijdsgenoten over de klimaatverandering op.